Warmtenetten en woningcorporaties

Woningcorporaties zoeken naar praktische mogelijkheden voor hun huurders om bestaande woningen aardgasvrij en betaalbaar te verwarmen. Aansluiting op een warmtenet is daarbij een mogelijkheid. Adviesbureau Innoforte is gespecialiseerd in de begeleiding van de ontwikkeling van warmtenetten. Via dit white paper biedt Innoforte informatie aan woningcorporaties over wat er komt kijken bij de aansluiting van bestaande woningen op een warmtenet. Bij nieuwe woningen zijn er deels andere afwegingen te maken. Hierbij speelt onder ander ook het koude vraagstuk. Dit white paper richt zich primair op bestaande woningen.

De warmtetransitie: wat zijn de mogelijkheden?

Helaas blijkt nu dat niets zo eenvoudig is als het verbranden van fossiele energie als aardgas. De techniek (HR combi-ketel) is compact, betrouwbaar en betaalbaar. De zoektocht naar duurzame, beschikbare én betaalbare alternatieven is complex. Onderstaand schema geeft een overzicht van de mogelijke warmtebronnen. We kijken daarbij omhoog naar de zon, naar de omgeving (lucht en restwarmte) en naar beneden (water en bodem).

De warmtebronnen “solarthermie” en “aerothermie” zijn per woning individueel te ontwikkelen in de vorm van zonnepanelen en lucht-water warmtepompen. Elke woning krijgt dan zijn eigen individuele warmtebron, aangevuld met (duurzame) elektriciteit. Deze elektriciteit kan ook deels op de woning worden opgewekt, maar zal verder landelijk moeten worden opgewekt. In sommige wijken moet hiertoe ook de capaciteit van de elektrische infrastructuur (extra) worden vergroot.

De overige warmtebronnen (restwarmte, aquathermie, geothermie) zijn qua schaalgrootte alleen geschikt voor een grote groep woningen en vergen daarom een warmtenet. Ofwel: een warmtenet ontleent zijn bestaansrecht aan de benodigde schaalgrootte van de beschikbare (duurzame en betaalbare) warmtebronnen. Onderstaand een voorbeeld van een warmtenet op basis van aquathermie en WKO:

In de woning is alleen een compacte afleverset nodig om de warmte over te dragen op de binnen installatie.

Bij de transitie van bestaande woningen naar een aansluiting op een warmtenet spelen vele factoren. De temperatuur van de warmtelevering heeft bijvoorbeeld invloed op de benodigde mate van isolatie, op de afgifte systemen en op de wijze waarop het warme tapwater wordt geproduceerd in de woning. Ook de wijze van aflevering van de warmte kan variëren: een directe afleverset (water van het warmtebedrijf stroomt in de woning) of een indirecte afleverset (met waterzijdige scheiding). Bij gestapelde bouw kan worden gekozen tussen een collectieve aansluiting per gebouw met warmtekostenverdelers of individuele afleversets per appartement.

Waarom een warmtenet kiezen?

Een warmtenet is zeker niet overal een logische keuze. Een minimum aan gebouwdichtheid en schaalgrootte zijn belangrijk. Maar uiteraard ook de beschikbaarheid van een geschikte warmtebron en een warmtebedrijf dat lokaal perspectief ziet. 

Voor een woningcorporatie is voor het maken van een goede afweging belangrijk om te beschikken over een vergelijking van het aanbod van een warmtebedrijf (temperatuur, duurzaamheid, tarieven) met een individuele oplossing in de vorm van een warmtepomp. Aspecten die van belang kunnen zijn bij deze afweging zijn: betaalbaarheid, duurzaamheid, ruimtebeslag, geluid, draagvlak, vertrouwen, beheersbaarheid en ontzorging. Een woningcorporatie heeft daarnaast nog de mogelijkheid van het renoveren en isoleren van woningen. Hierin zijn diverse niveaus van isolatie mogelijk. Deze moeten worden afgestemd op de mogelijke warmtebronnen tot een logisch geheel qua duurzaamheid, comfort en betaalbaarheid. 

In het schema op de volgende pagina zijn de vele renovatie en verduurzamingsmogelijkheden systematisch afgebeeld. Het is voor een woningcorporatie belangrijk om de relevante routes technisch-economisch te verkennen en beleidsmatig te vertalen naar de woningvoorraad. Zo kunnen keuzes evenwichtig worden gemaakt en worden verantwoord.

Opmerking: warmtenet MT is midden temperatuur en warmtenet LT is lage temperatuur

Wat is er nodig om succesvol aan te sluiten op een warmtenet?

Indien aansluiting op een warmtenet interessant is of lijkt, volgt er nog een heel traject voordat de contracten kunnen worden ondertekend en de spade in de grond kan. Het is voor een woningcorporatie van belang om het proces met alle stakeholders goed te sturen: warmtebedrijf, huurders en gemeente. 

Warmtebedrijf
Warmtenetten zijn kapitaalintensief en vergen daarom een langjarige exploitatie. Veelal zijn subsidies nodig om een warmtenet voldoende aantrekkelijk te maken voor de afnemers. Aangesloten afnemers kunnen niet switchen van leverancier hetgeen een intensieve afstemming vooraf vergt waarbij de maatschappelijke meerwaarde op een faire en transparante manier wordt verdeeld over de stakeholders. 

Er zijn diverse typen warmtebedrijven mogelijk: commercieel, publiek of hybride. Ook netwerkbedrijven kunnen investeren in een warmtenet. Zij mogen van wetswege echter niet optreden als warmtebedrijf dat commerciële relaties aangaat met de afnemers van warmte. In alle gevallen wordt warmte gezien als een nutsfunctie die een primaire levensbehoefte invult. Borging van de maatschappelijke belangen op lange termijn is daarom essentieel. De overheid ontwikkelt hiertoe wetgeving. De huidige warmtewet beoogt de afhankelijke afnemer te beschermen tegen te hoge tarieven en tegen te lage betrouwbaarheid en service. De in ontwikkeling zijnde Wcw (Wet collectieve warmtevoorziening) gaat stappen verder op het gebied van rolverdeling, duurzaamheid en kostprijs reflecterende tarieven. Er zijn op dit moment (voorjaar 2022) slechts contouren van deze nieuwe wet bekend. Daarnaast is de bouwregelgeving van belang. Zo is de duurzaamheid van warmtenetten alleen van wettelijke waarde op grond van een zogenaamde EMG verklaring. Dit is een gepubliceerd certificaat waarbij de duurzaamheid en de CO2 emissie van een warmtenet is bepaald op grond van de NTA 8800

Het is van belang dat een potentiële warmteleverancier oog heeft voor de belangen van woningcorporatie én huurders. Samenwerking met een warmteleverancier op basis van transparantie, onderling begrip en vertrouwen is daarom essentieel. Slechts door goede samenwerking kan een optimum worden gevonden voor de integrale propositie: temperatuur, vermogen, duurzaamheid, type aansluiting, aansluitfee (BAK) voor de gebouweigenaar en tarieven voor de afnemer. Ook is het van belang dat een warmteleverancier betrokken is bij de communicatie met de mogelijke afnemers. Ook hier spelen weer aspecten als duidelijkheid, vertrouwen en begrip voor consequenties (zoals bijvoorbeeld elektrisch koken).  

Afnemers (huurders)
Draagvlak bij de huurders is niet alleen nodig voor de besluitvorming maar zeker ook voor een goede relatie tussen woningcorporatie en haar klanten. Het inzichtelijk overdragen van de mogelijke routes naar aardgasvrije verwarming is niet eenvoudig. Er is veel (tegenstrijdige of incomplete of op incidenten gebaseerde) informatie te vinden op internet en sociale media. Communicatie bestaat uiteraard uit luisteren en zenden (mondeling, schriftelijk) en vergt een gedegen proces aanpak. Voorlichting, nieuwsbrieven, enquêtes, bijeenkomsten en informatiepunten zijn belangrijk. Aan de basis staat ook hierbij het kunnen beschikken over een goed overzicht van de verschillende transitiepaden met hun consequenties.

Gemeente
Gemeentes zijn door de overheid aangewezen als lokale regisseur van de warmtetransitie. Zij stelden onlangs allemaal een warmtetransitievisie op waarin per wijk de voorkeur voor de vorm van aardgasvrije verwarming is bepaald. Daarna stellen zij uitvoeringsplannen op om de transitie concreet vorm te geven. Via de in ontwikkeling zijnde Wcw (wet collectieve warmtevoorziening) worden de gemeentes verder ondersteund bij het proces om te komen tot een exploitant voor een warmtenet. Hierbij kan worden gekozen voor een (tijdelijke) concessie voor een exploitant. 

Samenwerking met de gemeente bij de contractvorming ligt dan ook erg voor de hand. Gemeentes kijken daarbij breder dan het corporatiebezit: ook particulieren en utiliteitsgebouwen moeten transformeren. 

Diensten van Innoforte
Innoforte begeleidt woningcorporaties bij de warmtetransitie. We fungeren daarbij idealiter als onafhankelijk begeleider. Dat wil zeggen dat we evenwichtig de belangen van alle partijen in het oog houden en dat ook merkbaar maken aan alle partijen. Dat verhoogt de kans van slagen, alle partijen moeten immers evenwichtig deelnemen aan het “verdelen van de koek” passend bij de behoeften van de stakeholders en hun rollen: investeren, rendement, risico’s, tarieven en woongenot. Hoewel risico’s zoveel mogelijk zijn te mitigeren, blijven er altijd strategische risico’s die ergens moeten landen. Het is nu eenmaal zo dat een warmtenet een vooruitziende blik van tientallen jaren vraagt in een heel dynamische wereld. Uiteraard vormen overheidsbeleid, subsidies en wetgeving de harde kaders, evenals het beleid, ambities en (on)mogelijkheden van de andere stakeholders: gemeente, warmtebedrijf, woningcorporatie en, niet in de laatste plaats, de huurders. 

Innoforte werkt vanuit een ruime ervaring en een gedegen kennis van de actuele regels. We schakelen waar nodig tussen techniek, economie en mensen, communiceren op diverse niveaus en met alle betrokken stakeholders. We hebben ervaring met het begeleiden van bewoners bij het creëren van draagvlak voor de te maken keuzes bij de warmtetransitie. 

We beschikken over diverse standaarden, rekenmodellen en bijzondere ervaringen waarvan we er hier enkele noemen: 

Caldomus
Het rekenmodel Caldomus stelt ons in staat om portefeuilles en wijken integraal door te rekenen. Welke oplossing voor de warmtetransitie en welke mate van renovatie levert welke duurzaamheid en tegen welke kosten. Dit rekenmodel is volop ingezet ter ondersteuning van gemeentes en, in samenwerking met BDO, ook voor de doorrekening van portefeuilles van woningcorporaties. Zie de bijlage voor een impressie van de doorrekening van Caldomus van een specifiek woningtype in een bepaalde wijk. 

Economisch drieluik
Er zijn 3 belangrijke stakeholders te onderscheiden: warmtebedrijf, woningcorporatie en huurder. Al deze partijen hebben hun eigen economische realiteit, omgeven door ambities, randvoorwaarden, financiële positie en de wettelijke regelgeving. De complexiteit van de mogelijkheden (renovatie, keuze warmtebron) heeft invloed op de onderlinge verhoudingen van deze partijen, uitmondend in een BAK (Bijdrage Aansluit Kosten) en tarieven. Toch moeten partijen komen tot een evenwichtige keuze en redelijke tarieven. Het Innoforte “economisch drieluik” geeft vereenvoudigd en op hoofdlijnen de businesscases weer. Dit draagt bij aan begrip en respect voor elkaars positie en is dus een leidraad bij de (gezamenlijke) zoektocht naar optimale oplossingen. BAK, tarieven en contractduur vormen de scharnierpunten tussen de individuele economische posities die als communicerende vaten met elkaar zijn verbonden.

Contractvorming

Innoforte beschikt over voorbeelden en standaarden van contracten met warmtebedrijven. In het algemeen is het verstandig om aandacht te hebben voor de duur van het contract, de tarieven (weliswaar ook wettelijk genormeerd en een verandering is aangekondigd), temperatuur (aanvoer en retour), demarcaties, waterkwaliteit, duurzaamheid, inspraak, service en communicatie. 

Uiteraard is afstemming met de eventuele concessiecontracten met de gemeente van groot belang.

Voorbeeld doorrekening met Caldomus