Onderzoek warmtekostenverdeling voor een Vve van een appartementencomlex te Amsterdam

Vraagstelling

Het wooncomplex in Amsterdam, bestaande uit 12 appartementen, is gebouwd in 1921 en was van aanvang af voorzien van een gemeenschappelijk verwarmingssysteem (blokverwarming). Het gaat hierbij om een complex van 4 verdiepingen. In het complex zijn in de loop der jaren diverse aanpassingen gedaan.

Er zijn nog 10 appartementen op de blokverwarming aangesloten.
Volgens de VVE wijken de door het meetbedrijf berekende gegevens met betrekking tot het warmtegebruik in bepaalde gevallen aanzienlijk af van hetgeen op grond van het vloeroppervlak en de ligging van een appartement in combinatie met het gebruik mag worden verwacht. De omrekenfactoren lijken voorts – afgezet tegen de maten van radiatoren van eenzelfde fabricaat – niet consistent.

De doprimo warmtekostenverdelers van het meetbedrijf zijn op gelijksoortige radiatoren niet altijd in dezelfde positie geplaatst.

De VVE heeft Innoforte gevraagd om een onafhankelijk oordeel te vellen over: •

  • De validiteit van door het meetbedrijf toegepaste omrekenfactoren;

  • Een praktische oplossing voor specifieke (uitzonderings-)situaties, hetzij door betere positionering van de doprimo’s op de radiatoren, dan wel door een rekenkundige correctie;

  • De eventuele wenselijkheid het meetbedrijf te vervangen door een andere partij, en zo ja welke, als een bevredigende oplossing binnen de meet-systematiek niet mogelijk blijkt.

Wat pakken we dit aan?

  1. Analyseren van de aanwezige radiatoren

  2. Analyseren gebruik van de verwarming door de bewoner(s)

  3. Controleren juiste plaatsing van de warmtekostenverdelers

  4. Onderzoek stookleidingen en inpandige leidingen

  5. Controleren of de juiste correctiefactoren zijn toegepast

  6. Analyseren van de kostenverdeelsystematiek

  7. Analyseren van de jaarafrekening per appartement

  8. Toetsen gebruikte systematiek aan de hand van de NEN 7440:2021

Conclusie

  • Niet alle radiatoren zijn op de jaarafrekeningen vermeld

  • De omrekenfactoren zijn voor een groot deel van de radiatoren niet correct. In onderlinge vergelijkingen van dezelfde type en grootte vinden we verschillen in door meetbedrijf toegepaste omrekenfactoren in de jaarafrekeningen.

  • Op enkele radiatoren zijn geen WKVs aangetroffen.

  • Bij één radiator ligt de WKV achter de ombouw op de grond.

  • Bij 12 van de 120 onderzochte radiatoren de WKV niet op de juiste hoogte gemonteerd zit (10%);

  • Bij 31 van de 120 onderzochte radiatoren de WKV niet op de juiste breedte gemonteerd zit (26%);

  • In totaal bij 39 van de 120 onderzochte radiatoren de WKVs niet correct gemonteerd zijn (33%).

Vorige
Vorige

EMG verklaring warmtenet Ede